Nederland telt momenteel ruim 290.000 niet-westerse migranten van 55 jaar en ouder en dit aantal zal naar verwachting stijgen tot bijna 840.000 personen in het jaar 2045. Bovendien zal binnen deze populatie het aantal 65-plussers sterk toenemen.
Zorgverleners in de ouderenzorg zullen dan ook in toenemende mate worden geconfronteerd met de invloed van migratie op het leven en de belevingswereld van clienten en ook steeds meer in aanraking komen met voor hen onbekende opvattingen over ouderdom, ziekten en het levenseinde. Waarop moet je dan letten om goed te kunnen communiceren met migrantenouderen en hun naasten?
De invloed van cultuur en levensbeschouwing
Cultuur en levensbeschouwing zijn van invloed op de ziekteopvattingen en het hulpzoekgedrag van cliënten. Zo laten sommige ouders in Nederland of andere westerse landen hun kinderen niet vaccineren tegen ziekten als bof, mazelen en rodehond op basis van bijvoorbeeld christelijke of antroposofische overtuigingen of zijn er mensen die bij ziekte een beroep doen op alternatieve geneeswijzen als homeopathie of kruidengeneeskunde.
Zulke culturele en levensbeschouwelijke invloeden op het denken over gezondheid en ziekte treffen we ook aan onder niet-westerse migranten en hun nakomelingen. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de Chinees-Nederlandse traditionele genezers die tegenwoordig in veel grote steden te vinden zijn.
Andere voorbeelden zijn de winti-geneeswijzen onder AfroSurinaamse Nederlanders, brua-geneeswijzen onder Antilliaanse Nederlanders, hindoeïstische geneeswijzen onder Surinaams-Hindoestaanse Nederlanders en islamitische geneeswijzen onder met name Marokkaanse en Turkse Nederlanders. Deze laatste vier geneeswijzen hebben met elkaar gemeen dat zij uitgaan van het geloof dat bepaalde ziekten en problemen veroorzaakt worden door bovennatuurlijke krachten als geesten of magie.
Bij lichamelijke en psychische problemen consulteren sommige migrantenouderen en hun familieleden naast artsen en andere zorgverleners ook alternatieve genezers. Met name wanneer klachten onduidelijk zijn of wanneer mensen bepaalde ziektesymptomen van huis uit anders duiden en beleven – bijvoorbeeld in het geval van dementie – wenden zij zich tot alternatieve therapeuten waarmee zij vertrouwd zijn en die bovendien dezelfde taal spreken.
Heel belangrijk bij contacten met migrantenouderen en hun naasten is dat zorgverleners beseffen dat migranten geen homogene groep vormen.
Verklaringsmodellen
In de communicatie met migrantenouderen is het van belang dat zorgverleners zich ervan bewust zijn dat zij als professionals op een andere manier naar ziekten en gezondheids- of gedragsproblemen kijken dan cliënten. In de transculturele psychiatrie spreekt men in dit verband over ‘verklaringsmodellen’. Hiermee bedoelt men dat zowel de zorgverlener als de client (en zijn of haar omgeving) een idee heeft over de oorzaak en het beloop van een ziekte en over wat daarvoor een passende behandeling is.
Het verklaringsmodel van de zorgverlener duidt men met het Engelse woord ‘disease’ aan, dat van de cliënt met ‘illness’. Disease hangt samen met de biomedische benadering van ziekten en problemen, illness betreft de belevingswereld van de cliënt die samenhangt met culturele en levensbeschouwelijke achtergronden.
Casus
Ter illustratie van de betekenis van verklaringsmodellen volgt hier de casus van een Afro-Surinaamse man van 65 jaar die aan het syndroom van Korsakov lijdt. Zijn nicht van zestig die voor hem zorgt vertelde over hem het volgende:
“Vroeger was het een echte macho-man en dronk hij veel bier. Via de huisarts kwam hij in een psychiatrisch ziekenhuis terecht, waar is vastgesteld dat hij aan de ziekte van Korsakov lijdt. Dat is het gevolg van langdurig alcoholgebruik, een soort dementie. Het betekent dat er in zijn hersenen dingen zijn kapotgegaan en dat keert niet meer terug. De dokter heeft verteld dat als hij niet meer drinkt het niet erger wordt. Hij heeft niet meer gedronken en het blijft nu hetzelfde. Dingen van vroeger weet hij nog wel als we het erover hebben. Maar andere dingen vergeet hij.”
“Het komt omdat hij het geestelijke heeft verwaarloosd. Vroeger was hij een hele populaire jongen. Hij was voetballer en hij zong altijd liederen. Maar hij heeft het geestelijke verwaarloosd. Dat betekent dat je niet naar je achtergronden kijkt. Doordat hij jaren gedronken had kreeg hij problemen. Het is een soort straf.”
“Het komt van boven, maar men geeft het de naam Korsakov. Het een sluit het ander niet uit. Want doordat mijn oom heeft gedronken werd hij gestraft en werden de door God gegeven cellen afgebroken.”
De vrouw voegde eraan toe dat zij en haar oom ieder jaar een paar weken naar Suriname gaan. Ze legde uit dat hij daar bepaalde geneeskrachtige kruiden krijgt en reinigingsrituelen in de winti-traditie ondergaat. Volgens haar knapt hij helemaal op als hij in Suriname verblijft.
Dit voorbeeld illustreert overigens ook dat cliënten en hun naasten meerdere verklaringsmodellen kunnen hebben. De nicht onderschrijft de biomedische benadering van de ziekte van haar oom, maar hecht tegelijkertijd ook waarde aan de verklaring die vanuit de winti-religie wordt geboden.
Lees het hele artikel in de PDF “Cultuursensitief werken in de praktijk”